Brommende Bromo

16 augustus 2017 - Bromo, Indonesië

Voor mijn gevoel slaap ik net als om 2.50 uur de vogeltjes van mijn wekker me wakker fluiten. Ik zet mijn voeten op de ijskoude vloer en gooi in de badkamer een plens warm water in mijn gezicht. Brrr, eerst warm worden. Wakker ben ik al. Tygo en Merijn moeten wakker gemaakt worden, die zijn nog in diepe slaap. Om 3.20 uur stappen we in een rode Jeep met onze chauffeur van vanochtend. Hij brengt ons naar het uitzichtpunt waar we vier bergtoppen, waaronder de Bromo, zullen zien als de zon opkomt. We slingeren over de smalle weg vol kuilen naar boven, in een colonne van tientallen Jeeps. Het laatste stukje naar het viewpoint wandelen we – het is nog steeds donker. Er heeft zich al een hele horde vroege vogels op het platform verzameld, maar we vinden nog net twee plekjes vooraan bij het hek. Die bewaken we met ons leven. Merijn heeft het zwaar. Hij is moe, wil slapen en heeft het koud. En koud is het. Ik heb een hemdje, twee t-shirts, twee shirts met lange mouwen én een (dun) vest aan, maar ook mijn knieschijven stuiteren op een gegeven moment van de kou op en neer. Het is 4.15 uur als we op het platform staan, en heel zachtjesaan begint het ochtendlicht te gloren. Langzaam kleurt de lucht oranje en om 5.37 uur is ze daar: mata hari, het oog van de dag. Majestueus als altijd.  

We hebben ontzettend geluk met het weer. Het is helder (en daarom ook zo koud). Het uitzicht is fantastisch en vanaf het uitzichtpunt zien we naast de Bromo, de Batok, de Widodaren en de Watangan. In de verte zien we de Semuru, de hoogste berg van Java. Daar kringelt, net als bij de Bromo, rook uit.

Rond 6.15 uur lopen we terug, maar drinken eerst een kop thee in een warung om warm te worden. Tot onze verrassing heeft de chauffeur de Jeep zo ongeveer op de hoek geparkeerd, dus we kunnen gelijk richting de actieve krater van de Bromo. Alle chauffeurs parkeren hun Jeeps in een lange rij in het midden van de grote zandzee, die omsloten wordt door de hoge grasgroene wanden van de omliggende bergen. De Bromo is te herkennen aan de kale wanden. We wandelen over de grote zwarte zandvlakte naar de voet van de Bromo. Een enkeling kiest ervoor om de twee kilometer te paard af te leggen. Tygo niest in de Jeep al bij het zien van al die paarden, dus wij nemen de benenwagen. We horen het humeurige gerommel van de Bromo, alsof er een vliegtuig overvliegt. Na 246 treden zien we waar het geluid, de geur en de zwaveldamp vandaan komen als we op de kraterrand van de Bromo staan. Indrukwekkend mooi! Ik kan wel blijven kijken. Alleen beginnen mijn ogen zo te prikken.

We dalen weer af naar de zandvlakte en zoeken onze chauffeur op die enthousiast begint te zwaaien als hij ons heeft gespot. Wij hadden hem nog niet zo direct herkend tussen alle andere 59 chauffeurs. En hij heeft ook niet de enige rode Jeep. Voor de zekerheid hadden we vanochtend een foto gemaakt van het kenteken.

Hongerig hobbelen we terug naar de Lava View Lodge waar een heerlijk ontbijt op ons staat te wachten. We kiezen voor de stevige hap: mie en nasi goreng, met gebakken eieren en veel koffie om wakker te worden. Na het ontbijt douchen we, pakken de spullen bij elkaar en stappen bij Tofik in de bus. Op naar Kalibaru.

Na een dikke drie uur rijden zijn we in Jember en pakken we flink uit voor de lunch. Qua hoeveelheid en qua prijs. Tygo en ik gaan voor de Australian tender loin steak voor een bedrag waar we ook wel eens met z’n vieren voor hebben gegeten. Maar het restaurant is sowieso aan de prijs. Ries neemt garnalen in zoetzure saus (met frites) en Merijn houdt het traditioneel: saté ayam met nasi putih. We zitten boven het water, waar de koikarpers luidruchtig vragen om eten. Merijn heeft voer gekregen, en als hij ze voert duiken ze boven op elkaar om maar wat binnen te krijgen.

Na een uurtje rijden we verder. Tegen 16.00 uur  komen we aan op de plantages van Marga Utoma Eco Resort  waar onze huisjes staan. Het hotel is groter dan we dachten – en we hebben nog niet zoveel Nederlander bij elkaar gezien als nu. We lopen op advies van Tofik twee straten verder voor een leuk klein restaurant. Het is helaas gesloten. We gaan daarom in het restaurant van het hotel eten. Het wordt een korte maaltijd. Merijn is hondsberoerd na de eerste hap spaghetti. Gelukkig heb ik net de soto op en ga met hem terug naar de kamer. Inmiddels slaapt hij al. Ries en Tygo liggen in de kamer hiernaast en zijn ook gaan slapen. Mijn ogen vallen ook bijna dicht. Nog even dit verhaaltje uploaden en dan ga ik ook plat.

Selemat tidur! 

Foto’s

2 Reacties

  1. Marijcke Marten:
    16 augustus 2017
    Wat indrukwekkend dat je zo in de krater kunt kijken. Vroeger zagen we in Soerabaja de silhouetten van twee bergen. Heimwee als ik eraan terug denk.
  2. Raoul:
    17 augustus 2017
    De twee bergen als silhouet tegen de lucht in Soerabaja zijn de Ardjoena en de Welirang.
    Zij zijn heel dominant aanwezig tegen de lucht.