Holy water, mate!

23 augustus 2017 - Seminyak, Indonesië

En weer worden we wakker met regen. Het druppelt nog zachtjes als we naar het restaurant lopen. Ik snap wel waarom het hier zo groen is en er zoveel mooie bloemen zijn. We nemen een flink ontbijt en pakken daarna de koffers opnieuw in. We nemen afscheid van dit fijne plekje in Ubud en met hulp van de Balinese bellboys komen onze koffers netjes voor aan de straat. Voor ons is het te ver en te onhandig met al die trappen op het terrein. Ook al hebben de koffers wieltjes, zij tillen ze liever op hun schouder, de bikkels.

Drie dagen geleden spreekt een taxichauffeur ons aan in de Jalan Dewi Sita, en vraagt of we een taxi nodig hebben. Op dat moment niet, maar voor de trip naar Seminyak moeten we een taxi regelen. We krijgen zijn mobiele nummer zodat we hem eventueel kunnen appen. Elke dag vraagt hij ons weer of we een taxi nodig hebben. Tot gistermiddag: toen wilden we de taxi regelen en was Suoma nergens te vinden. Maar gelukkig hebben we zijn mobiele nummer. Ries heeft hem gistermiddag geappt, en na wat heen en weer onderhandelen zijn we eruit: voor 500.000 roepia’s (€ 35) brengt hij ons naar Seminyak, en daarvoor bezoeken we het tempelcomplex Guning Kawi en de tempel van het heilige water Tirta Empul in Tampaksiring.

Suoma is er al om 8.45 uur en wij staan ook in de startblokken – off we go! We zijn binnen een half uur bij Guning Kawi in Tampaksiring en hier schijnt de zon. De Gunung Kawi zijn, naar men zegt, tien koningstombes uit de elfde eeuw, uitgehouwen in rotsen. De zeven meter hoge tombes zijn gebouwd ter ere van koning Anak en zijn vele vrouwen. Iedereen, inclusief Tygo en Merijn, krijgt een mooie sarong om. Het is immers een heilige plek. Tygo kan zijn lol op. Foto’s maken van hem in de sarong is verboden. De entree van de Guning Kawi is prachtig. Vervolgens hoeven we ‘maar’ 315 treden (ach, we zijn inmiddels getraind) naar beneden te lopen. Het uitzicht op de sawa’s maakt veel goed. Bij de entreepoort staat een kom met heilig water. Er hangt een bordje bij met het verzoek om eerst je hoofd te besprenkelen met het heilige water. Met een bamboekwastje doe je wat druppels op je hoofd en je bent gezegend.  Beneden aangekomen bij de rivier Pakrisan doet het heilige water ineens dienst als wasmachine. Een vrouw in een prachtige roze sarong doet haar was in de rivier. We lopen de brug over, en de eerste tombes doemen voor ons op. In een paradijselijk landschap, vol groene natuur zie je de uit de rotsen gehouwen tombes. Het is een adembenemend mooie en vredige plaats. En rustig. Maar dat komt vast omdat we zo vroeg zijn. De weg terug omhoog is opnieuw oogstrelend door de prachtige panorama’s op de rijstvelden. Maar 315 treden omhoog lopen is fysiek eigenlijk hartstikke verschrikkelijk. Ondertussen groeit de stroom toeristen die de trap af komt lopen. Inmiddels zijn ook alle winkeltjes met sarongs, houtsnijwerk, drankjes en snacks open. We wimpelen de verkoopdames liefjes af, en stappen weer bij Suoma in de auto. Op naar de tempel van het heilige water, Tirta Empul.

In tegenstelling tot de Guning Kawi is het hier ont-zet-tend druk. Vier bussen met Chinezen in allemaal dezelfde geel-groene regenjasjes stromen als een lange slang uit de bussen. Sjit. Niet alleen zijn ze met meer dan tweehonderd man, ze zingen om de haverklap een liedje, doen er een dansje bij, en alles wordt uitgebreid gefilmd. Als je niet uitkijkt zwaait er een selfiestick tegen je hoofd. En pardon zeggen ho maar. De gratis sarongs zijn op, want de Chinezen halen zelf wel even de sarongs achter de balie vandaan. Bijzonder gedrag. Tygo en Merijn weten niet wat hen overkomt. Alle Chinese dames willen met hen op de foto. De ene na de andere selfie wordt gemaakt. En omdat de sarongs op zijn, loopt Ries terug naar de auto om onze eigen op te halen. Extra foto-tijd voor Tygo en Merijn die kramp in hun kaken hebben van het poseren. Dit gaat zo door totdat we na een uur weer de auto instappen. Als ze € 5 zouden krijgen voor elke foto, kunnen ze hun eigen vliegticket naar huis betalen.

Maar terug naar de tempel. We zien veel Balinezen met bloemen in hun haar en achter hun oren, ook de mannen. De bloem achter hun oren is om beter naar de goden te kunnen luisteren en de bloem in de haren is om zo positief mogelijk te denken. Het hele hindoeïsme draait om positieve gedachten. Twee keer per maand, bij volle maan en bij nieuwe maan reinigt de Balinees zijn ‘vervuilde’ aura, en worden negatieve gedachten uitgebannen. Misschien iets voor Donald Trump?

De tempel is al heel oud, men zegt uit het jaar 962, en is in de jaren zestig helemaal gerenoveerd. Het complex is gebouwd rondom een bassin waarin een bron onafgebroken water van het meest heldere soort uit de aarde ophoest. De helderheid van het water is inderdaad verbluffend. Hier heeft de tempel zijn naam vandaan, want Tirta Empul  betekent ‘kristalheldere stroom’. Het water van Tirta Empul wordt als zeer heilig beschouwd vanwege de magische, helende krachten, die het water zou bevatten. De geiser zou geschapen zijn door de god Indra. Al het water dat wordt gebruikt bij crematies in Bali komt hier vandaan. We zien veel mannen, vrouwen en kinderen met rijst op het voorhoofd en ter hoogte van de keel. Dat blijkt bescherming te geven om het goede te doen en te zeggen en om een zuiver mens te zijn.

De tempel wordt dagelijks bezocht door Balinezen die zich willen reinigen met het heilige water dat in de waterbassins stroomt. Zoals gezegd zou het water kwade geesten verdrijven, voorspoed geven en lichaam en geest reinigen. Ook zou het mensen kunnen genezen van allerlei ziekten. Voordat ze zich reinigen met het heilige water in de waterbassin, brengen ze een bezoek aan de hoofdtempel waar ze de goden offers brengen. Vervolgens gaan ze het bassin in om te bidden en zich te reinigen. Het reinigingsritueel heeft iets mystieks. Het is een indrukwekkend schouwspel. Sommige mensen nemen het heilige water ook in flessen mee naar huis. Na de rituele reiniging verzamelen de Balinezen zich op de binnenplaats, waar zij tot de goden bidden en rijst en heilig water ontvangen. 

Op een berg naast het tempelcomplex staat het moderne regeringspaleis, omringd door een onberispelijk glad gazon. Oorspronkelijk bedoeld voor de Nederlandse regenten op dit eiland, maar Soekarno heeft er dankbaar gebruik van gemaakt door het zijn residentie te maken voor wanneer hij op het eiland was.

Ries en ik lopen nog wat rond op het terrein, terwijl Tygo en Merijn aan de volgende reeks selfies met Chinezen beginnen. Na een uur stappen we in de auto en vervolgen de weg naar Seminyak. Eerst doen we een drankje bij een warung langs de kant van de weg. Het is 11.30 uur en Tygo en Merijn hebben honger, en willen wel wat eten. Helaas is alles wat we willen bestellen ‘op’. Alleen mijn soto ayam is voorradig. We betalen de drankjes en gaan richting Seminyak. Dan doen we daar de lunch wel. Om 14.00 uur zijn we bij Bali Agung Village. Een indrukwekkende entree die aan Mexico doet denken. We worden naar villa nummer 1 gebracht. Een prachtige kamer, zoals we op de foto hadden gezien (met een enorme groothoeklens genomen blijkt). Maar wel een beetje klein als daar twee bedden bijgeplaatst moeten worden. Gelukkig is er een extra kamer voor de kaptafel (ze wisten dat ik zou komen…!), de kledingkast en de koffers. Hier schuiven we Tygo’s bed naartoe. Hij helemaal blij, en wij hoeven niet over zijn bed heen te springen.

De eerste indruk van Seminyak is mwoah. Beetje rommelig en het mist de vibe die Ubud heeft. De toeristen hier bestaan voor 80% uit Australiërs. De restaurants en shops (Rent a scooter, mate!) zijn daar ook op gericht. Daar maken we goed gebruik van, en gaan naar Wacko, voor een verfijnde hamburger met dikke frieten. De burgers gaan tot het laatste sesamzaadje op. Indonesische restaurantjes komen we onderweg ernaartoe nauwelijks tegen. Het is 15.30 uur als we de lunch achter de kiezen hebben. Via het strand lopen we terug naar het hotel. Even met de voetjes in de koude zee, heerlijk! Dat voelt goed. Terug bij het hotel gaan we zwemmen en niets doen.

Tegen zessen gaan we terug naar de kamer. Tygo en Merijn hebben gedoucht en gaan op Pokémonjacht. Ries heeft een restaurant op het strand uitgezocht, en daar wandelen we naartoe. Aan de straat die langs het stand loopt grenzen de restaurants en bars die allemaal zitzakken op het strand hebben staan. Het ziet er gezellig uit. Wij kiezen voor een tafeltje op het strand, en niet voor de beanbags. Dit eet wat makkelijker. We eten verrukkelijk Italiaans en luisteren naar de livemuziek van de strandtent naast ons. Ik begin Seminyak leuk te vinden.

Het is ver na tienen als we teruglopen. Via de pinautomaat en de supermarkt gaan we op huis aan. Vandaag was weer een mooie dag, waarbij we ons voor het laatst hebben ondergedompeld in de Balinese cultuur en hun holy water.          

Selemat tidur luitjes!

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

1 Reactie

  1. Robbie:
    23 augustus 2017
    Het was weer heerlijk niet,dat is nou genieten,de boys ook,zeer populer niet.