Hoge bergen, diepe dalen en pappadums

21 augustus 2017 - Ubud, Indonesië

Dat was fijn slapen in ons hemelbed onder de klamboe. Maar te kort. We worden wakker van de wekker om 6.30 uur. Om 7.30 uur willen we ontbijten, omdat we tussen 8.30 en 9.00 uur worden opgehaald door Bali Hai Bikes Bali voor een ochtendje fietsen. Voor het ontbijt kunnen we kiezen van een uitgebreide menukaart. Merijn bestelt pancakes (de topper van de kaart blijkt), Ries en Tygo fried egg met de hele rataplan en ik eggs benedict met spinazie, aardappeltjes en bacon. Een half uur later krijgen we het eten. Koud. Daar hebben ze hier wel een patent op hoor, je zult hier niet snel je mond verbranden aan het eten. Om eerlijk te zijn vind ik het niet te hachelen. Gelukkig is de kom fruit wel heerlijk. De fietstocht start straks ook met een ontbijt, dus omkomen van de honger doen we niet.

Om 9.15 uur komt een auto voorgereden met een vrolijke chauffeur en drie Duitse dames erin. Ze zijn uit Sanur komen rijden en hebben er drie kwartier over gedaan. Iets met file. De ladies hebben nog niet ontbeten en verheugen zich op het ontbijt. De chauffeur vertelt echter dat we eerst naar een koffieplantage gaan en daarna doorrijden naar een bijzondere plek voor het ontbijt. Oooowkeeeej. De Duitse dames zijn niet zo blij. Na een half uurtje rijden komen we bij een agriturismo, waar ze een koffie- en theeproeverij voor ons hebben klaar staan. Ook hebben ze een paar civetkatten voor de koffie luwak. Deze beestjes zien er een stuk beter en slanker uit dan die obese beesten die we eerder zagen. De proeverij is leuk, maar het uitzicht daar is stukken beter. We kijken in een diep ravijn van palmbomen, bossen en rijstvelden. Werkmannen zijn druk bezig met het vastmaken van een grote schommel. Een toerist wil hem wel even voor de eerste keer testen, de held. Ze krijgen hem er nauwelijks op, maar daar gaat hij dan. Het is uiteindelijk minder spectaculair dan het lijkt. Ze moeten er nog verder aan sleutelen. Maar als ‘ie goed is afgesteld schommel je wel boven een fantastische afgrond.

We rijden verder met de hele bups. Op naar het ontbijt. Voor ons gevoel zijn we bijna in Lovina, zo lang zitten we al in de auto. We blijken naar Gunung Batur te rijden, een actieve vulkaan en grenzend aan een helderblauw kratermeer. Het gebied van Batur is ontstaan door een geweldig grote vulkaanuitbarsting, ongeveer 30.000 jaar geleden. De krater die deze uitbarsting heeft achtergelaten, is zo'n 13,5 bij 10 kilometer breed. In het midden van de kraterkom staat de Gunung Batur, 1.717 meter hoog, met aan de voet het mooie meer Danau Batur. Sinds 1824 is deze vulkaan al meer dan twintig keer uitgebarsten. Sinds de laatste uitbarsting in 2000 komt er nog steeds stoom uit de krater.

Met deze prachtige vulkaan, het helblauwe meer en de omliggende bergen voor onze neus, gaan we om 11.15 uur aan het ontbijt. Er staat een gigantisch buffet klaar. Koud uiteraard. Maar jongens, wat een uitzicht! De soep is wel warm en smaakt heerlijk. We nemen nog wat sateetjes en fruit. En is dit nu ons tweede ontbijt of een vroege lunch? De tour eindigt met een lunch, en dat zal wel eerder een diner dan een lunch zijn qua tijd. De tour die we geboekt hebben heet ‘Een ochtend fietsen in Bali’. Nou, het is 11.55 uur als we de auto instappen om naar het startpunt van de fietstour te rijden. Een kwartiertje later zijn we bij de fietsen. Tygo en Merijn zijn eerder op de ochtend op de foto gezet door de chauffeur zodat de juiste mountainbikes voor hen klaargezet kunnen worden. Iedereen krijgt een helm op en we gaan. Achter Ketut, onze gids aan. De rij wordt gesloten door Made, de tweede begeleider.

Het was ons al opgevallen hoeveel mensen op Bali dezelfde naam hebben, zoals Wayan, Made, Nyoman en Ketut. Vaak kom je de voorvoegsels ‘I’ en ‘Ni’ tegen. ‘I Wayan’ bijvoorbeeld is een man, ‘Ni Wayan’ een vrouw. De naam Wayan (soms afgekort tot Yan) is afgeleid van Wokalayan, een woord dat ‘de meest volwassene’ betekent en bestemd is voor de eerstgeborene. De tweede heet Made en is afgeleid van het woord Madia, ‘in het midden’. De derde in het gezin heet Nyoman (Man of Mang in het kort), afkomstig van het Balinese woord Uman, ‘de rest’. Het vierde kind heeft de naam Ketut. Ketut is afgeleid van het oude woord Kitut - de kleinste banaan van een tros. Komt er een vijfde? Dan krijgt de vijfde geborene weer gewoon de naam Wayan. Lekker praktisch die Balinezen.

Maar terug naar Ketut. Deze kleine man gaat ons op de fiets voor door dorpjes, keurige straatjes en langs ontelbare tempels. Elk dorp heeft drie grote tempels (een dorpstempel, een tempel voor de stichter en een tempel voor de overledenen), maar ook op kruisingen, op rijstvelden, voor winkeltjes en waar je maar kunt bedenken staan tempeltjes of beelden van goden. Volgens de Balinese kalender zijn er nogal wat dagen gewijd aan goden waardoor er die dag geofferd en gebeden moet worden. Dagelijkse rituelen verbinden de Balinezen met hun familie, de omgeving, de voorouders en de goden. Het is een mooi gezicht om overal waar je loopt, altijd offermandjes te zien staan, of dat ze net worden neergezet. Bij het hotel vanochtend zien we dat een prachtig geklede Balinese jongedame van het hotel zorgvuldig de offermandjes op de oprit van het hotel en bij de twee altaartjes bij de ingang zet, wierook aansteekt, de mandjes besprenkelt met water en ze zegent.

Onderweg bezoeken we een Balinees huis, waar we uitleg krijgen over de verschillende paviljoens die je als Balinees bij je huis moet hebben, en dat de familietempel altijd in de berg-oosthoek staat. De vrouw des huizes laat ons tal van offermandjes zien, en laat ons proeven van alle lekkernijen die meegaan in de mandjes. We vervolgen de fietstocht en parkeren de fietsen na een half uurtje downhillen bij een traditioneel Balinees dorp. Ook daar mogen we binnen gluren bij een Balinese familie. We wandelen door de straat waaraan alle 76 huizen van het dorp staan en springen vervolgens weer op de fiets om verder te gaan. Op de drukkere stukken, of waar we een weg over moeten steken zorgen Ketut en Made dat de weg netjes voor ons wordt vrijgehouden. Ik kan steeds minder genieten van de omgeving omdat ik zo’n enorme last van mijn achterwerk krijg. Ik snap niet hoe mensen op zo’n zadel kunnen fietsen. Omdat we meestal bergafwaarts gaan en ik niet hoef te trappen, zit ik wisselend op mijn linker- en mijn rechterbil. We fietsen door een bamboebos en even later balanceren we op de kleine paadjes tussen de sawa’s. Wat is het prachtig hier!

Om 15.00 uur komen we aan bij het eindpunt. De helmen mogen af, de fietsen gaan op de standaard. We lopen door de rijstvelden achter Ketut aan, tot we aankomen bij een huisje. Daar staat een heerlijke lunch op ons te wachten. Na al die inspanning gaat die er goed in. Na een paar foto’s van Merijn met de dochter van Made (a match made in heaven volgens Ketut), stappen we met de drie Duitse ladies in de auto om terug te gaan naar Ubud en Sanur. Het is maar een klein stukje voor ons, maar na drie kwartier staan we muurvast. We besluiten om uit de auto te stappen en terug te lopen naar het hotel.

Daarna is het fijn bijkomen op het terras met een Bintang. Waktu untuk bersantai. Time to relax. ’s Avonds steken we het bruggetje schuin tegenover onze kamers over en staan na 150 meter in het bruisende centrum van Ubud. We gaan eten bij een klein Indiaas tentje, waarvan de eigenaar/chef uit Kerala komt. We eten heerlijke pappadums, chicken curry, chapati’s en chocobrownies als toet. Het smaakt niet alleen goed, het is ook nog eens spotgoedkoop. We gaan weer hotelwaarts. De drukte buiten is wat afgenomen. De meeste winkeltjes sluiten namelijk al om 20.00 uur. Thuisgekomen spring ik onder de douche, tik dit verhaaltje en kruip in het hemelbed. Morgen geen wekker. Wat een heerlijkheid.

Selemat tidur lieve luitjes!  

Foto’s

1 Reactie

  1. BA:
    21 augustus 2017
    Wat leuk van die namen en sterkte met de zere billen