Bogor

1 augustus 2017 - Bogor, Indonesië

Oh ja. Oordopjes vergeten. Om klokslag 5.41 uur schalt de zangerige oproep voor het ochtendgebed uit de minaretten. Gelukkig zijn we moe genoeg om ons om te kunnen draaien en door te slapen. We schuiven om 8.30 uur aan de ontbijtdis, waarop een ontbijt staat waar Merijn blij van wordt (yeah, wit brood!), maar ik iets minder (bij alleen al het zien van wit brood klappen mijn darmen spontaan dicht). Een heel licht ontbijt dus, maar de koffie smaakt goed.

Samen met Achmed, de gids van het hotel, lopen we rond 10 uur de kampong in – een klein woonwijkje vol met thuisfabriekjes. Om daar te komen lopen we de smalle brug over, die over de rivier de Cinangneng gaat, letterlijk het water (ci) voor jongens (nang) en meisjes (neng). Daarin baden de bewoners van de kampong zich, doen ze hun wasjes en springen de kinderen met vervaarlijke salto’s het water in. We kijken binnen bij iemand die de schoolkostuums voor de kinderen van de school aan het naaien is, Merijn en Tygo vlechten een pannenlap, we zien hoe schooltassen en rugzakken worden gemaakt, maar ook een motorjack van Honda. Bij een Soendanese oma kopen we een wajang-golekpop. Het is erg leuk om tussen de kleine huisjes door te lopen, maar het voelt wel een beetje als pottenkijken. Gelukkig zwaait iedereen en zijn ze ontzettend vriendelijk. Omgekeerd vinden ze die witte mensen enorm interessant en willen ze graag met ons op de foto. Snel rennen ze naar binnen om hun mobiele telefoons te halen en daarna poseren Tygo en Merijn elke keer lachend voor de camera. Het klapstuk van de wandeling is dat we met Achmed op de gamelans mogen spelen. Ons ‘gamelan-orkest’ bespeelt de slenthem (xylofoon), de kendhang (trommel), gender (ook een xylofoon) en de gong. We spelen een simpel melodietje. Het echte werk gaan we over een paar dagen in Bandung bekijken.

Tussen de sawa’s lopen we terug naar het hotel, maar niet voordat Tygo en Merijn eerst zelf de kleine rijstplantjes (bibit) hebben geplant in de natte sawa. Indonesiërs zijn grootverbruikers in rijst – ze eten het drie keer per dag. De witte korrel heeft drie namen: padi als het in het veld staat, beras als het gekookt is en op het bord heet het nasi. Gelukkig mogen wij tijdens de lunch weer genieten van nasi putih, soto ayam, ayam goreng, tempeh goreng, kerupuk en veel air minum. ‘Geen wijntje erbij Angelique?’, hoor ik je denken. Ja, ja, ja, tot onze grote spijt schenken ze hier geen alcohol. Dat is dus even wennen. Erg wennen.

Na de lunch vleien we ons neer op de bedjes bij het zwembad met e-reader en DEET (ondanks de vitamine B1 prikken ze zich een ongeluk), en plonzen we in het zwembad om af te koelen. Aan het eind van de middag lopen we een stukje het dorp in. Ook dan roept en zwaait iedereen naar ons. We blijven vriendelijk terugzwaaien en ‘selemat sore’ roepen, maar Tygo en Merijn vinden al die aandacht maar onwennig.

We eindigen deze dag weer met een uitgebreide rijsttafel  (waarschijnlijk speciaal voor de Nederlanders op het menu gezet, want hier in Indonesië kennen ze dit helemaal niet). Daarna lekker slapen en de wekker op 6.30 uur. Morgenochtend om 8 uur staat onze chauffeur klaar om ons naar Bogor te brengen. De komende drie weken rijdt hij ons naar elke plek die we willen. Duimen dat hij goed Engels spreekt, en misschien wel een beetje Nederlands.

Selemat malam!

Foto’s

4 Reacties

  1. Evelien:
    1 augustus 2017
    Wat weer leuk om jullie belevenissen te lezen en nog leerzaam ook Prachtige foto s Wat een indrukken krijgen jullie te verwerken Enne nergens wijn te verkrijgen? Straks word je nog geheelonthouder Hopelijk laten de muggen jullie verder wat met rust
  2. Gina Klap:
    2 augustus 2017
    Leuk om dit te lezen. Rijst poten is heel belangrijk, dan hoef je niet te verhongeren.
  3. Gina Klap:
    2 augustus 2017
    Leuk om dit zo te lezen. Rijst poten is heel belangrijk, je weet nooit wanneer dit van pas kan komen.
  4. Marieke:
    2 augustus 2017
    Wat is het daar prachtig! En mooi dat jullie er zo van genieten!