Bye-bye Bandung, hello Pangandaran

5 augustus 2017 - Pangandaran, Indonesië

Hatsjé! Daar gaat ‘ie weer om 5.30 uur, de wekker. Een uurtje later vertrekken we met de chauffeur van het hotel, met de ontbijtboxjes op schoot, naar het treinstation van Bandung. Daar aangekomen zijn de tickets in een seconde geprint en eten we in de wachtruimte ons ontbijt op. Daar hebben we drie kwartier de tijd voor. Gelukkig is er een Dunkin’ Donuts op het station en Ries haalt een echte cappuccino voor me (à 28.000 rp, daar kun je een klein middagmaal voor één persoon voor krijgen). Stikduur naar Indonesische begrippen, maar pure noodzaak voor Hollandse Angelique.

Exact om 8.30 uur rijdt de Argo Willis, met eindbestemming Surabaya, het station uit. We hebben kaarten voor de Eksekutif-klasse. We zien een enkele local in de Eksekutif, maar vooral veel Nederlandse toeristen. Die lange Hollanders zijn net als wij blij met de enorme beenruimte, en vinden ook dat de airco best wat lager mag. Maar het uitzicht maakt veel goed! De trein slingert drieënhalf uur lang door een landschap van sawa’s, kampongs en bergen en rijdt stapvoets als we kleine stationnetjes passeren. Exact om 12.02 uur (NS watch and learn!) rijden we station Banjar binnen. Tofik staat buiten al op ons te wachten. In een kleine twee uur rijden we naar Pangandaran. Het is hier een stuk vlakker (je ziet ook veel meer fietsers) en het is veel minder druk. Het rijdt dus lekker door. Voor de lunch stoppen we bij een restaurantje waar je uit de bakken met verse vis kunt kiezen wat  je wilt eten. We nemen grote garnalen en vis (geen idee wat voor soort, het was een flinke). Het wordt gelijk schoongemaakt en daarna gegrild.

Tygo en ik gaan voordat het eten wordt gebracht op zoek naar de kamar kecil (het kleine kamertje). Tot ons afgrijzen MOETEN WE ONZE SCHOENEN UITDOEN. Ik moet echt heel nodig, dus ik ga met mijn verstand op nul boven dat gat hangen en spoel alles netjes na met water. De hele vloer is al nat (van het water hoop je dan…!) en ik loop koelbloedig terug naar de tafel. Niet meer over nadenken, nu lekker eten. Niet meer over nadenken, nu lekker eten. Niet meer over nadenken, nu lekker eten. Gelukkig heb ik altijd zeep zonder water en verfrissingsdoekjes mee, en de voetjes zijn snel weer fris en fruitig. Tygo heeft gewoon zijn sokken aangehouden.

Na het eten rijden we in vijf minuten naar ons hotel. Maar eerst moeten we bij binnenkomst van Pangandaran toeristenbelasting betalen. De prijs daarvan varieert nogal. Tofik zegt tegen de beambte dat het bedrag vorige week veel lager was, en vraagt om opheldering. Dan is het bedrag ineens maar 25.000 in plaats van 126.000 roepia voor ons vieren en de auto. Nergens staan de bedragen vermeld. Hoeveel het juiste bedrag per persoon is en hoeveel daarvan in de zakken van de beambte verdwijnt blijft een raadsel. Wij als bule (buitenlander) mogen de hoofdprijs weer betalen.

De receptioniste van Nyiur Indah Beach hotel overhandigt ons de sleutel van de kamers 120 en 121. Ze zijn net gerenoveerd, maar de badkamers zijn waarschijnlijk pas volgend jaar aan de beurt. Tygo en Merijn schieten gelijk in hun zwembroek en duiken in het zwembad,  wij kiezen voor een zonnebedje aan de rand ervan.

Na de middagsnack (goh, pisang goreng) lopen we richting het strand, op zo’n 50 meter van ons hotel. Daar zijn alleen Indonesische toeristen. En wij. De ‘hello misters’, de brede glimlachen en de giebelende dames zijn niet van de lucht. Kinderen staan ons met open mond aan te gapen en het liefst raken ze, vooral oudere vrouwen, Tygo en Merijn even aan. We gaan een stuk of tien keer met locals op de foto. Ze vragen het zo lief dat we geen nee zeggen. Ries en ik vinden het vertederend, maar Tygo vindt het ongemakkelijk. Merijn vindt het prima, maar snapt nog steeds niet waarom ze ons bijzonder vinden. En als hij wordt vergeleken met Justin Bieber is hij helemaal beledigd. Dat vinden wij juist heel grappig.

Het is al donker als we terug lopen naar ons hotel. Na even zoeken (tja donker, en waar waren we ook alweer het strand opgelopen?) vinden we de juiste straat. De jongens gaan een uurtje op de wifi en daarna steken we de straat over om te gaan dineren in restaurant Relax. De naam suggereert misschien een andere bedrijfsvoering, maar het is echt een leuk restaurant mét Europese gerechten op de kaart. De mannen zijn de rijst een beetje beu en nemen spaghetti bolognese. Ik ga toch voor de rendang met groenten. En rijst. We zitten op het terras en genieten van alles wat voorbij komt lopen, fietsen, brommeren en rijden. Vooral de verlichte familiefietsen (alles knippert, kerstmis is er niks bij) met knalharde muziek zijn de highlights van de avond. Dit is vakantievieren voor de Indonesiërs.

Richard heeft gisteren en vandaag te weinig gedronken (want ook hij wil liever niet naar het toilet, hahahaa), maar dat zit hem nu letterlijk en figuurlijk in de weg. Hij is slapjes en heeft geen trek. Hij neemt dan ook maar een paar happen van zijn spaghetti. Als de rest is uitgegeten steken we de straat weer over en zijn we ‘thuis’. Richard gaat gelijk slapen, Tygo en Merijn zitten op de wifi en ik tik dit verhaal. Zo direct ga ik weer verder in het boek De tolk van Java. Heel toepasselijk, want het speelt zich voor een deel af in Soerabaja en heel veel termen, gebruiken en woorden herken ik. Het is een meeslepend en tragisch verhaal. Ik lees door totdat mijn ogen dichtvallen.

Selemat malam!

Foto’s

8 Reacties

  1. Evelien:
    5 augustus 2017
    ❤❤❤
  2. Alice:
    5 augustus 2017
    Super leuk om te lezen! Enne drinken hoor Richard!
  3. Marieke:
    5 augustus 2017
    Ik begrijp je volkomen Angelique voor wat betreft de koffie. Hopen dat Richard zich gauw beter voelt.
  4. Door:
    5 augustus 2017
    Super leuk zo een beetje met jullie 'mee' te reizen! Enjoy! Xxx
  5. Annaricht:
    6 augustus 2017
    Jaaa zo'n cappuccino wat kun je daar dan intens van genieten, ik kan het me zo goed voorstellen! Heel leuk om zo met jullie mee te reizen. Wens jullie veel avontuur!
  6. Jolande Dijkstra:
    6 augustus 2017
    Heb net de eerste 5 verhalen met plezier zitten lezen! Wat is het daar onwijs mooi zeg! En dat eten........... ja, dat mis ik toch wel. Zoals moeders dit kunnen, zo kan ik het niet ;(
    Heel veel plezier en avontuur nog!
  7. Raymond:
    6 augustus 2017
    Alle verhalen gelezen. Erg mooi. Ik kijk uit naar de volgende verhalen (Soerabaja?)
  8. Gina Klap:
    6 augustus 2017
    Prachtige foto;s.