Thee en saté in Lembang

4 augustus 2017 - Lembang, Indonesië

Nadat ik wakker ben geworden van de gebedsoproep om 5.40 uur slaap ik niet meer. Ik dommel wat tot de wekker om 6.45 uur gaat. Als ik de gordijnen open doe zie ik door de nevel de berg Tangkuban Perahu (de omgekeerde prauw) opdoemen. Het uitzicht is ge-wel-dig: ik blijf kijken! Langzaam lossen de mysterieuze slierten nevel op en zie je de kampongs tevoorschijn komen. Prachtig!

We ontbijten met uitzicht op al deze pracht. De heren eten pannenkoeken en ik verorber (eindelijk!) nasi koening met omelet, seroendeng en erg pittige sambal: enak! Met Tofik achter het stuur vertrekken we naar Ciater, waar tussen de theeplantages een theefabriek staat. Een enthousiaste man die een redelijk woordje Nederlands spreekt doet de rondleiding. Hij neemt ons mee door de fabriek en vertelt, terwijl we van de ene hal naar de andere hal lopen, over de vijf stappen dat een theeblaadje doorloopt voordat het samen met heel veel andere blaadjes verpakt wordt als grote balen zwarte thee. 80% gaat naar het buitenland, slechts 20% blijft in Indonesië.

Na het drinken van een kopje zwarte thee op het terras van ‘Het Theehuis’ lopen we zelf de heuvels in. De theepluksters hebben helaas vrij vandaag, dus die zien we niet in actie. Als Richard en ik terugkomen bij de auto zit Tofik met Merijn en Tygo in een warung aan de bandrek. Dat is een warme drank die vooral op West-Java wordt gedronken. Het is een combi van heet water, melk, gember, citroengras, kruidnagel en palmsuiker. Veeeeeeel palmsuiker. Ze vinden het erg lekker, en Tofik geeft ons het recept. Thuis gaan we dat zeker nog eens maken! We kletsen wat met Tofik over ons programma voor de komende dagen en gaan dan richting een twee kilometer lange straat waar alleen maar planten en bloemen worden verkocht. We slenteren door de straat en zien bocht na bocht dat alles er keurig bij staat en netjes wordt bewaterd. De Tuinland is er niks bij.

We zijn wel weer toe aan iets lekkers. Tofik brengt ons naar restaurant Sapu Lidi waar je in kleine hutjes tussen de sawa’s kunt eten. Niks stoelen en tafels, maar in kleermakerszit eten rond een lage tafel. We bestellen saté ayam, saté kambing, ayam bakar en kangkung terasi (heel pedis waterspinazie). En ze hebben kelapa muda (verse jonge kokosnoot)! Die bestellen Ries en ik natuurlijk. Het zit er heerlijk, en we genieten van de maaltijd en de omgeving.

De rest van de middag relaxen we bij het hotel. Tygo en Merijn duiken gelijk in het zwembad – wij verkiezen het terras met het uitzicht (en Bintang) boven een plons in het water. Voor het diner rijdt de chauffeur van ons hotel ons naar de overkant van de vallei van Lembang (vlak bij de theeplantages van vanochtend) waar het restaurant Sindang Reret verrukkelijk eten serveert. Bij een megagrote supermarkt Borma (vergelijkbaar met de Appie XL, maar dan alleen met voorverpakte goederen, vers fruit was zelfs verpakt) doen we een pitstop voor bandrek, koekjes en chocola. Lekker voor in de trein morgen.

Het is nog niet druk als we bij het restaurant aankomen en kunnen daarom in een bootje op het water plaatsnemen. Hij ligt hartstikke vast op de bodem, dus we kunnen met een gerust hart van de uitgebreide kaart bestellen, omkieperen zal ‘ie niet. Dit keer wordt het vis in pandangblad, gebakken soeoen, gegrilde kip, geroerbakte garnalen en een extra grote portie kroepoek voor Merijn.  

Voldaan stappen we bij de chauffeur in de auto en we slingeren door de bergen terug richting hotel. Ondanks de drukte is iedereen zo relaxt in het verkeer. Je houdt gewoon even in als iemand inhaalt in een bocht waarbij hij niks kan zien, je toetert beleefd als teken dat je eraan komt, en je geeft een kleine fooi aan een zelfbenoemd verkeersregelaar als hij het kruispunt voor je vrijhoudt. Ik kan hier nog veel van leren met mijn gehaast en ongeduld op de weg. Die Javaanse genen heb ik helaas niet geërfd.

Na thuiskomst internetten de jongens op de gang en kijken wij naar de Slimste mens op BVN (terwijl ik dit verhaal typ). Daarna duiken we ons bed in. Morgenochtend brengt de hotelchauffeur ons naar het treinstation in Bandung. Vanwege de files (en ik dacht de files bij Muiderberg erg waren..!), stappen we al om 6.30 uur in de taxi. Om 8.30 uur vertrekt de trein richting Banjar. Daar staat Tofik ons dan op te wachten. Hij is namelijk vanmiddag al naar Banjar vertrokken, en pikt ons daar morgen rond 12 uur op. Daarna is het nog twee uurtjes rijden naar Pangandaran. Daar wacht een heel nieuwe omgeving op ons met zon, zee, strand en verse vis.

Sampai jumpa lagi!

Foto’s

3 Reacties

  1. Saskia deijn:
    4 augustus 2017
    Zo leuk om elke dag je verhaal te lezen en mee te genieten van jullie reis salamat datang
  2. Sandra Velde:
    5 augustus 2017
    Ontzettend leuk om jullie fantastische reis zo te volgen. Nog heel veel plezier!
    Sandra
  3. Marijcke Marten:
    5 augustus 2017
    Wat beleven jullie veel! En......heerlijk eten? Anders dan stamppot hier.