Heldenstad Surabaya

14 augustus 2017 - Surabaya, Indonesië

Na een enerverende nacht staan we ietwat vermoeid op. Merijn staat om 3 uur vannacht voor onze deur hartverscheurend te huilen omdat z’n telefoon niet meer te ontgrendelen was. Of we dat even konden oplossen. Eh….. morgen schatje. Ontroostbaar probeert hij tussen ons in weer in slaap te vallen. En wij ook.

Om 7 uur wordt ons ontbijt geserveerd en netjes om 7.33 uur rijden we bij het hotel in Solo vandaan, op weg naar de geboorteplaats van mamma en omi, Surabaya. Ze woont daar totdat ze in 1958 met de Johan van Oldenbarnevelt naar Nederland vertrekt. Ze is dan elf jaar. Net zo oud als Merijn nu is.

Het valt mee met de drukte op de weg en we rijden lekker door. We nemen een korte pauze voor een kopje Setarbak kopi (Starbucks op z’n Indonesisch) en een bezoekje aan de kamar kecil. We kunnen er weer tegenaan. Voor de lunch stoppen we bij een restaurantje waar we voor een spotprijsje soto ayam, ayam goreng en bami goreng weghappen. De reis gaat zo voorspoedig dat we rond 14.45 uur de buitenwijken van Surabaya binnenrijden.

Raden Wijaya sticht in 1293 de stad Surabaya, vernoemd naar de haai Sura en de krokodil Baya. Zij vechten met elkaar in de rivier de Kalimas (de Gouden rivier). Beide overleven het gevecht niet en op de plek waar ze sterven is nu het centrum van Surabaya. In 1743 verovert de VOC Surabaya op de inheemse bevolking. De stad is als handels- en havenstad belangrijk voor het Nederlands-Indië van toen. In 1942 valt de plaats in Japanse handen totdat de geallieerden Surabaya in 1944 bombarderen. In oktober 1945 ontbrandt de strijd om Soerabaja tussen Britse bezettingstroepen en Indonesische nationalisten, die weigeren hun wapens in te leveren. Na felle gevechten, waarbij de Britten hard worden geraakt, moeten de nationalisten de stad uiteindelijk prijsgeven. Deze veldslag inspireert veel Indonesiërs de onafhankelijkheidsstrijd voort te zetten. In Surabaya wordt veel en hard gevochten tegen de koloniale heersers van weleer. Ze krijgt dan ook de eervolle benaming van Heldenstad.

Vanaf het eerste moment dat we in Indonesië zijn, zien we overal wapperende vlaggen. Veel rood-witte banieren, en aan weerszijden van de straten van dorpen waar we doorheen rijden zie je vlaggen in allerlei andere kleuren. Het ziet er ontzettend vrolijk uit. Ook op gebouwen en in auto’s zie je de Indonesische vlag bevestigd - alle overheidsgebouwen worden extra versierd met rood-witte vlaggen en rozetten. De maand augustus is een feestmaand voor de Indonesiërs, want dan wordt het ontstaan van de onafhankelijke Republiek Indonesië gevierd. Op 17 augustus 1945, vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog door de verschrikkelijke atoombommen op Japan, roept Soekarno, met Mohammed Hatta aan zijn zijde, de onafhankelijke Republiek Indonesië uit. Deze proklamasi luidt het begin in van een nieuwe tijdperk voor de Indische Nederlanders die daar wonen.

Ook in Surabaya zien we overal vlaggen als we door de stad rijden. We vragen Tofik of hij ons wil afzetten op de voormalige Palmenlaan, nu de Jalan Panglima Sudirman. Op nummer 62 stond het woonhuis waar oma Velthuis, samen met de zes kinderen Rika, George, Raoul, Marijcke, mamma en James tot 1958 woont. Tante Guus, zus van opa Marten, woont in hetzelfde huis. We weten dat het huis er niet meer staat. Er staat nu een kantoorpand van SKKMIGAS, een overheidsinstelling die zich bezighoudt met olie- en gaswinning.

Het is een raar idee dat we op de stoep lopen waar omi meer dan zestig jaar met haar kleine voetjes ook gelopen heeft. We nemen wat zand mee van de Palmenlaan en stoppen het in een klein flesje. Als we weer thuis in Nederland zijn, brengen we dit zand naar het graf van oma Velthuis. Zo zijn het oude moederland en het nieuwe vaderland, twee totaal verschillende werelden, weer met elkaar verenigd.

De straat is onherkenbaar veranderd. De elektrische tram die door de Palmenlaan reed, stopte eind jaren zestig met rijden. Veel woonhuizen zijn afgebroken en vervangen door (kantoor)panden. Links naast het SKKMIGAS-pand staat een leeg en vervallen pand. Het verkeer raast door de straat. Oversteken is levensgevaarlijk als je dat niet bij een verkeerslicht doet.

We lopen de route van de Palmenlaan 62 naar de voormalige Goebengschool aan de Jalan Raya Gugeng (voorheen de Goebeng Boulevard), de lagere school waar mamma elke dag naartoe gaat. Oom Raoul vertelt dat hij de meisjes elke dag naar school brengt en na afloop weer ophaalt omdat het te gevaarlijk is om alleen te lopen. We steken de drukke straat over en lopen over de brug die over de Kalimas gaat. Geen idee of de brug authentiek is, of dat hij vervangen of aangepast is. Af en toe zien we een oud woonhuis staan, dat van het Europese type lijkt te zijn. Na een kleine tien minuten staan we bij de school. Het is nu een junior high school, de middelbare school gelijk na de basisschool. Volgens leerlingen die in een groepje bij elkaar op het schoolplein zitten, bestaat deze school sinds 1982. We denken dat het oude gebouw plat is gegooid en dat dit gebouw ervoor in de plaats is gekomen. De leerlingen spreken helaas nauwelijks Engels. Maar het woord selfie kennen ze wel. We maken een paar foto’s en worden hartelijk door ze uitgezwaaid. We steken de drukke weg over, en lopen via de brug terug naar Tofik die in de auto op ons wacht.

Hij brengt ons naar het chique Majapahit, het voormalig Oranje Hotel. Dit hotel is vooral bekend vanwege het ‘vlagincident’. Op 19 september 1945, een maand na de onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië, hijsen Nederlanders de Nederlandse driekleur op hotel Yamamoto, zoals het hotel inmiddels door de Japanse bezetter is genoemd. De leider van een groep jonge Indonesische vrijheidsstrijders (pemoeda’s) vat dit op als een rechtstreekse schending van de net uitgeroepen Republiek Indonesia. Zijn pemoeda’s bestormen het hotel, klimmen in de vlaggenmast en scheuren de blauwe baan van de vlag, zodat het rood-wit van de vlag van Indonesië overblijft. Dit voorval leidt mede tot de al eerder genoemde strijd om Soerabaja, waarbij uiteindelijk duizenden mensen om het leven komen.

Een hotel met historie dus. En poepchique. We vergapen ons aan het glas-in-lood in de lounge, en wandelen door de heeeel lange galerij, langs de enorme binnentuin richting de presidentiële suite….! Helaas, wij hebben de twee kamers daarnaast. Maar man, wat een pracht. Alles ademt de sfeer van de koloniale tijd van het voormalig Nederlands-Indië. Jammer dat we er maar een nachtje zijn. Tygo en Merijn hebben het grote zwembad ontdekt en duiken in het verlichte zwembad. Daarna gaan we wat eten. Met gevaar voor eigen leven steken we de vierbaans weg over om bij het Tunjungan Plaza te komen. Kon best volgens Richard. Op de terugweg komen we erachter dat er een loopbrug is voor voetgangers. Ow. Dat is een stuk veiliger. Tunjungan Plaza is een gigantische mall (en koud….!), met op de zesde verdieping alleen maar etenstentjes. We nemen allemaal iets met kip. We verlaten het luxe koude paleis snel. Buiten omarmt de warmte ons als een zware deken. Heerlijk. Als toet nemen we een ijsje bij IJssalon Zangrandi. Al sinds 1930 de bekendste ijssalon van Surabaya. We eten het lekkere ijs tussen de Indonesiërs (toeristen hebben we vandaag niet gezien), en het personeel lacht lief tegen ons als we foto’s maken van de ijszaak.

Het was me weer een dag. Ries en ik besluiten om samen de sauna in te gaan. Die sauna lukt, maar uiteraard in islamitisch Indonesië geheel apart. Voor ik de sauna instap bestudeer ik de regels. ‘Regel 6: pak je handdoek en doe hem losjes om je heen. Ga vervolgens op de houten banken zitten.’ Een handdoek omdoen, zijn ze helemaal betoeterd. Ik ga lekker op mijn handdoekje liggen (ik ben toch alleen), maar hou voor de zedelijkheid mijn bikini maar aan. Ook niet fijn, maar ja, we zijn nu eenmaal niet in Nederland. Na een ijskoude douche lopen we terug naar onze kamer en douche ik nu met warm water in de badkamer met de gouden kranen.

Het is alweer 1:03 uur. Ik ga lekker slapen. Toedels luitjes, selemat malam!

PS: Merijns telefoon doet het weer. Gewoon even uit- en aanzetten en hij deed het weer. Hij kon nu wel huilen van blijdschap.

Foto’s

5 Reacties

  1. Robbie:
    14 augustus 2017
    wat en pracht en praal,mooi verhaal,heel mooi om daar zand,mee te nemen.en hier op het graf van oma,uit te strooien.heel mooi gedachte.
    op naar het volgende verslag,moi.
  2. Raymond:
    14 augustus 2017
    Ik heb het boek in bezit over Surabaya. De krokodillenstad. Erg mooi. Zal het volgende keer meenemen.
  3. Martha:
    14 augustus 2017
    Geweldige ervaring.En wat mooi van het flesje met zand. Een lieve geste. Wat anders is het allemaal geworden.
    Waar gaan jullie straks naartoe. Ik hoop dat jullie lekker slapen
    Toedeloe
  4. Door:
    15 augustus 2017
    Het mag dan niet de presidentiële suite zijn, maar jullie kamer is ook niet verkeerd! Enjoy! xxx
  5. Raoul:
    16 augustus 2017
    Herinneringen komen weer boven als ik lees over de Gubengschool waar ik ben school gegaan en de Gentengkali waar ik de Mulo heb bezocht. Ook deTundjungan waar ik veel gelopen heb en de bioscoop Maxim en boven die bioscoop was nog een kleiner bioscoop Sky. Op het ereveld Kembang oenning ligt ook een broer van opa Marten, Ernest naar wie ik vernoemd ben. Heel plezier nog en geniet.