Solo in Solo

13 augustus 2017 - Solo, Indonesië

Oef. Korte nacht. En slecht geslapen. Gelukkig kunnen we rustig opstaan en uitgebreid ontbijten. Nadat alle koffers zijn ingepakt laden we de bus in en vertrekken we uit Yogyakarta en rijden we in twee uur tijd naar Solo. De officiële naam is Surakarta, maar de inwoners hebben het altijd over Solo.

Net als Yogyakarta is Solo een koningsstad, maar als we er doorheen rijden ademt het een heel andere sfeer uit - het doet een beetje provinciaals aan. Het is veel minder druk, het lijkt schoner en je ziet nauwelijks toeristen.

Solo is ouder dan Jogja, en daarmee voornamer. De vorst heet dan ook geen sultan, maar susuhunan, ‘hoogverhevene’. We besluiten om dan maar even op bezoek te gaan bij deze vorst. De susuhunans zijn altijd pro-Nederlands geweest, en na de onafhankelijkheid van Indonesië wordt dit de vorst niet in dank afgenomen. Solo krijgt na het uitroepen van de onafhankelijke Republiek Indonesia dan ook geen bijzondere status zoals Jogja, en de vorst verliest zijn privileges.

Ook in Solo is een kraton met daarbinnen een paleizencomplex, maar er is een tweede paleis dat ons veel leuker lijkt, de Istana Mangkunegaran. Dit is de residentie van de andere koninklijke dynastie in Solo, waar de huidige vorst en vorstin nog steeds wonen. Zij hebben helaas geen tijd om met ons te lunchen, en daarom leidt een lieftallig meisje (die 16 lijkt maar al 32 blijkt te zijn)  ons rond door het paleismuseum en het daarvoor gelegen pendoppo. De pendoppo is karakteristiek voor de Javaanse bouwkunst. Die waar we nu in staan blijkt de grootste ter wereld te zijn. Een pendoppo is een grote open hal op een vierkante of rechthoekige basis, met daarboven een geknikt dak met vaak aan de uiteinden omhoog gebogen hoekornamenten. Het dak wordt gestut door teakhouten pilaren met verguld snijwerk. Zo biedt het dak bescherming tegen regen, geeft het schaduw en omdat de hal open is waait het lekker door. Dat vinden wij ook wel fijn, want het is 32 graden in de schaduw – kom maar door met die bries. Ik heb namelijk een vestje met lange mouwen aan. Lang leve de kledingvoorschriften.

Het meiske vertelt niet alleen over het paleis, maar ook over de cultuur in Indonesië en ze zit vol grapjes. Omgekeerd wil ze heel veel van ons weten, hoe het schoolsysteem in elkaar zit, hoe lang je erover doet om naar Italië te rijden (als we vertellen dat we daar in de zomer vaak naartoe gaan), waarom we zo graag bruin willen worden in de zon, hoe het kan dat Tygo en Merijn zo goed Engels kunnen spreken, en hoe je ‘1758’ in het Nederlands uitspreekt. Terwijl ze ons door het paleismuseum leidt, zien we cadeaus van Wilhelmina, de speciale kroon die de vorst droeg toen Juliana tot Koningin werd gekroond, Tsjechisch glas, Frans zilverwerk en krissen. Allemaal tentoongesteld in de ruimte die nog steeds wordt gebruikt voor ceremoniën als besnijdenissen, kroningen en de ontvangst van belangrijke gasten. We zijn anderhalf uur verder als we weer buiten staan. Dat is nog eens een fijne rondleiding, zo’n Solo-tour. We zijn namelijk de enige toeristen binnen de paleismuren.  

We bedanken de gids met een mooie fooi en vragen Tofik om naar de antiekmarkt te rijden. Merijn heeft zijn zinnen gezet op een kris. We struinen wat door de winkels met oude meuk (dat echt geen antiek mag heten), maar komen niets moois tegen. Ik koop bij een andere zaak een gebatikte sarong. Hier in Solo wordt vooral batik gemaakt met de stempelmethode. Ik vind er eentje die mooi dienst kan doen als omslagdoek bij tempels, maar straks op Bali ook gebruikt kan worden als handdoek op een strandbedje.

Het is inmiddels 14.00 uur als we bij hotel Rhoemakoe aankomen, een prachtig oud-koloniaal pand midden in de stad. Eenmaal binnen merk je niets van de drukte van buiten. We lopen over de lange galerijen naar onze kamers. Die zijn heel hoog en prachtig ingericht. Je kunt er alleen geen koffers in kwijt. Ach, we blijven maar een nachtje, dus we hink-stap-springen er wel overheen for the time being. Terwijl ik het eerste deel van het verhaal van vandaag tik, is Ries geld halen en zitten Tygo en Merijn in de lobby omdat de wifi daar beter is.

De lunch was licht vandaag (fruit) en we besluiten op tijd te gaan eten vanavond. Dat doen we bij Conejo Mexican Fushion, voor een hapje uit de authentieke Indonesische keuken (hahaaa). Ik neem een groot stuk vlees, met frites en gekookte groenten. Tygo en Merijn gaan voor de beefburger met frites en Ries neemt taco’s. We laten het ons goed smaken.

Daarna duiken we, met aanloopje om over de koffers heen te springen, ons bedje in. De wekker gaat om 6 uur. Morgen rijden we naar Surabaya, en dat is een rit van minstens acht uur. Snel ontbijten om 7 uur en uiterlijk om 7.30 uur tuffen we naar de stad waar mamma en omi is geboren.

Sampai jumpa!

Foto’s

1 Reactie

  1. Robbie:
    13 augustus 2017
    weer een mooi verhaal,en prachtige foto.s.
    op naar Surabaya,naar de roots,alvast veel plezier,welterusten.