Sunrise op fietse

9 augustus 2017 - Borobudur, Indonesië

Ja, ja, ja Allahoe Akbar, I hear you. En dit keer is de gebedsoproep echt de wekker. We gaan namelijk vandaag vroeg naar de Borobudur. Niet al om 5 uur om de zonsopkomst te zien (hé, het is vakantie hè), maar tegen 7 uur. Dan zijn de early birds alweer vertrokken en zijn de bussen vanuit Yogyakarta er nog niet. Als we uit onze kamer komen, zien we dat die sunrise niet te zien is geweest. Het is bewolkt. Hopelijk trekken de wolken weg als wij straks de Borobudur beklimmen. Op fietse (mooie Chinese fietsen, met trekstangen als handrem) vertrekken we in de vroegte richting Borobudur. Ik vergeet telkens dat je links moet houden, en al slalommend tussen de schoolkinderen, auto’s en brommers door zijn we na tien minuten trappen bij de ingang van de Borobudur. Inmiddels prikt de zon door de wolken. We stallen onze fietsen (ze hoeven niet op slot, want ze gaan hier liever met de brommer) en lopen naar de ingang voor de buitenlandse toeristen. Die betalen tien keer zoveel als de locals. Nou, vooruit dan maar. Voor het paradepaardje van Indonesië hebben we wel 1.690.000 IDR (€ 108) over. Maar dit is dan wel een combi-ticket met Prambanan. Daar gaan we morgen naartoe.

Na de ontvangst met thee krijgt Ries een sarong omgeknoopt (geen blote knieën meneer!) en lopen we in de richting van waar we denken dat de tempel staat. Ineens doemt ‘ie voor ons op: de Borobudur. Gelegen op een bergtop en te midden van de smaragdgroene velden. Ooit het centrum van het Indonesische boeddhisme, tegenwoordig één van de topattracties van Azië. De enorme tempel is gebouwd in de periode 750 – 850 en opgebouwd uit twee miljoen blokken steen. Het heeft de vorm van een enorme stoepa (klokvormig boeddhistisch bouwwerk). De tempel zelf is maar liefst 123 bij 123 meter groot en bestaat uit negen terrassen. De onderste zes zijn vierkant, de bovenste drie rond. Op de etages zelf staan vervolgens weer tientallen kleine stoepa’s die allemaal gebouwd zijn rondom één centrale stoepa op het bovenste terras. De wanden van de Borobudur laten eindeloze beeldhouwwerken in reliëf zien, met een totale lengte van zes kilometer. De negen verdiepingen van het complex zijn negen meditatieoefeningen ter voorbereiding op de aankomst op het hoogste platform, nirvana. Op de eerste vier rechthoekige terrassen van de Borobudur vind je meer dan 1.500 reliëfs die het leven van Boeddha illustreren. De drie hoger gelegen terrassen tellen meer dan vierhonderd opengewerkte stoepa’s, met in elk een Boeddhabeeld.

Iedere ochtend komen mensen nog steeds bidden bij de Borobudur. Een pelgrim loopt iedere etage zeven maal rond, met de klok mee. Dat met de klok mee lopen hebben wij natuurlijk ook netjes gedaan, maar dan maar één keer. Nirvana moet even wachten. In de stoepa's bevinden zich beelden van Boeddha. Raak je door de gaten in de stoepa's de beelden aan, dan ontvang je volgens het lokale bijgeloof (niet volgens het boeddhisme) het eeuwige geluk. Mannen moeten de hand, en vrouwen de hiel van Boeddha aanraken. Tygo, Merijn en ik (Ries is foto’s aan het maken) wurmen ons door de gaten en raken het beeld aan. Let’s get lucky!

De Borobudur is nooit volledig aan het oog onttrokken geweest, al was het complex bedolven onder aarde, vulkaanas van de Merapi en begroeiing. Rond 1814 wordt de Borobudur herontdekt en uitgegraven. Pas in 1885 wordt de onderste laag van de tempel zichtbaar. Er vinden verschillende restauraties plaatst. Na een paar aardbevingen in 1916 wordt besloten tot grootscheepse renovatie. In 1963 doet Indonesië een beroep op de VN, en leveren Frankrijk en Nederland via Unesco technische hulp. Het eroderen van de heuvel onder de tempel is het grootste probleem. Wordt dit niet opgelost, dan zakt de tempel in tot een berg onherkenbare stenen. Nederlandse ingenieurs ontwerpen een drainagesysteem voor de heuvel. Dit zorgt voor afvoer van het regenwater zonder dat de aarde onder de tempel wegspoelt. Het afbreken van de tempel begint in 1975. Na acht jaar en computergestuurd puzzelwerk is de tempel weer in volle glorie te bewonderen.

We nemen foto’s, genieten van het uitzicht, en spreken met Indonesische studenten die graag met ons willen praten om hun Engels te oefenen en om van ons te leren over de Nederlandse cultuur.  Eenmaal beneden willen we richting uitgang. Je wordt gedwongen om via een wirwar aan souvenirkraampjes en eettentjes terug te lopen naar de ingang van het park. Gelukkig is bijna alles nog dicht omdat het zo vroeg is.

We stappen op de fiets en rijden terug naar Rumah Dharma. Daar serveren ze het lekkerste ontbijt dat we tot nu toe hebben gehad: verse papaya, dragonfruit en galiameloen, onde onde (een soort sesamballetjes met zoete mungbonen als vulling), kwe dadar guling (de favo groene pannenkoekjes van Merijn) en daarna een flinke omelet gevuld met groenten voor Tygo, Ries en mij. Merijn kiest de chocoladetosti. Zo. En dan nu eerst koffie. Alsof we er al een hele dag op hebben zitten, en het is nog maar 9.45 uur. Wat een heerlijkheid!

Ries en ik doen een snel handwasje (ik was, hij wringt) – de jongens zitten op hun telefoon. Daarna pakken we opnieuw de fiets en rijden we naar een andere tempel, candi Mendut, een fietsritje van 4,7 kilometer. Onder veel bekijks fietsen we over de drukke weg. Mijn zadel staat een beetje laag, en mijn knieën komen zo’n beetje tot mijn oren. Ik kan me voorstellen dat dat er raar uitziet. Of het zijn mijn blote benen. Voor het bezoek aan de tempel neem ik een sarong (nou ja, sarong, grote sjaal van de H&M) mee.

Het is erg rustig bij de tempel. De Menduttempel hoort net als de tempel van gister (candi Pawon) bij de Borobudur. Op het terrein van de tempel staat een enorme boom waarvan de wortels als lianen naar beneden hangen. Merijn speelt Tarzan en ik Jane en daarna bekijken we de tempel van binnen.

In de tempel staan een schitterende drie meter hoge Boeddha en twee bodhisattva-figuren. Bij de Boeddha wordt wierook gebrand en gebeden. Vervolgens bezoeken we een boeddhistisch klooster dat naast de tempel ligt. We hebben ons culturele hart weer opgehaald en zetten koers richting hotel. Daar lunchen we met noedelsoep en bami goreng. Daarna is het tijd voor heulemaal niks. We lezen, zwemmen, tikken een verhaaltje en ondergaan het rustige tempo van de Javanen. Het lukt mij al best aardig…!

Het diner van gisteravond is zo goed bevallen dat we opnieuw in het restaurant van het hotel gaan eten. Maar net voordat de soep wordt opgediend keert Tygo’s maag zich om (gelukkig niet aan tafel). Hij gaat terug naar de kamer en gaat op bed liggen. De mensen van het hotel zijn erg begaan en informeren steeds hoe het met hem gaat. Nu hij eenmaal heeft overgegeven lust hij een beetje soep en wat komkommer. Ik ben zelf ook niet helemaal okay. Al het witbrood, witte rijst, noedels, bami, gefrituurde dit en dat van de afgelopen anderhalve week bij elkaar, legt een dikke knoop in mijn darmen. Als de locals Nederlands zouden spreken, zouden ze vragen hoe lang het nog duurt voor de derde komt. Dat dus. Hopelijk doet de komende nacht Tygo en mij goed.

Het aanraken van de Boeddha heeft ons maagdarmkanaal dan geen geluk gebracht, we hebben wel dit mooie paradijsje tussen de sawa’s, vlak bij de Borobudur, met ontzettend lieve mensen, voortreffelijk eten en prachtig uitzicht mogen ontdekken.

Morgenochtend vertrekken we naar Yogyakarta. Maar stiekem wil ik hier helemaal niet weg.

Selemat tidur luitjes!

Foto’s

2 Reacties

  1. Martha:
    9 augustus 2017
    De waringin boom met luchtwortels, daar heb ik ook vaak aan gehangen
  2. Annaricht:
    9 augustus 2017
    Interessant verhaal! ik wist niet dat de tempels dreigden weg te spoelen, of is het nog steeds een probleem?
    Hoop dat je niet ziek wordt!